Drenthe is de perfecte bestemming voor het maken van een graveltocht. Deze provincie heeft een uitgestrekte natuur, glooiende heidevelden en eindeloze bossen. Weg van het asfalt en de gebaande paden. Hier kun je eenvoudig kiezen voor grind en zand onder de banden. En als je op zoek bent naar de ultieme gravelrit, dan kun je niet voorbij Nationaal Park De Drentsche Aa en de omringende dorpen en boswachterijen. De voorpret begint al ruim van tevoren met het uitzetten van de ideale route. Dit kan bijvoorbeeld via het platform Strava. Deze app laat direct zien hoeveel kilometer onverhard je kunt verwachten. Ik kies voor een flinke trip van ongeveer 100 kilometer, waarvan meer dan 50% onverharde ondergrond.
Het is windstil en mistig als ik op de fiets stap. Enerzijds jammer van het uitzicht, maar aan de andere kant levert dit een mystieke en fotogenieke sfeer op. Letterlijk vanaf het park fiets je door het aangelegen vijfsterren natuurgebied De Zeegser Duinen. Af en toe prikt het zonnetje door de mistlaag heen, wat prachtig licht oplevert. Brede zandpaden worden afgewisseld met smalle tracks en binnen een kwartier bereik ik de noordzijde van het Balloërveld. Een gebied van maar liefst 360 hectare waar schapen grazen en heide bloeit. Doorgaans een populaire plek voor fietsers en wandelaars, maar nu is er niemand. Ik stop midden op de hei om de stilte even in mij op te nemen. Ik hoor werkelijk helemaal niets. Absolute stilte. Waar vind je dit nog in Nederland!
Ik fiets door richting Boswachterij Grolloo. Een prachtig gebied met naald- en loofbossen, vennen en beekjes, waarvan de Hunze de belangrijkste is. Het levert een afwisselend landschap op waar ik fluitend doorheen fiets. Nog steeds die indrukwekkende stilte die af en toe wordt doorbroken door het getik van een Specht of de gil van een Havik. De omgeving is hier werkelijk adembenemend en je hebt het gevoel dat de tijd stil staat in dit stukje oernatuur.